Mijn vader molk clandestien Duitse koeien tijdens de Engelse bombardementen

Het verhaal van Adriaan de Heus † verteld door zoon Henny de Heus

Mijn vader was een jongen van het platteland die zichzelf goed wist te redden.

Mijn vader groeide op in een boerengezin. Zijn vader, Dirk Jan de Heus, was een klein boertje met een gemengd bedrijf. Wat koeien, kippen, fruitbomen. Ik herinner me nog de waterpomp in de keuken bij opa en oma, en de waterput buiten. Voor de oorlog was er maar één lamp, een gaslamp, en die hing boven de keukentafel. De radio werkte op een accu en af en toe moest die op een handkar naar Buren om opgeladen te worden. Adriaan was bijna zeventien toen de oorlog uitbrak. Een riskante leeftijd, maar omdat hij in de voedselvoorziening werkzaam was, wist hij gedwongen tewerkstelling in Duitsland lange tijd te omzeilen. Totdat hij in maart 1943 een keer een bioscoop in Tiel bezocht. Alle driehonderd bezoekers werden door gewapende Duitse soldaten naar buiten gesommeerd en alle mannen die in aanmerking kwamen voor Arbeitseinsatz werden afgevoerd naar Kamp Amersfoort. Toen hij daar door de poort kwam, zag hij Dirk van Kuijlenborg, een dorpsgenoot uit Erichem die bij een razzia in de trein naar Amsterdam was opgepakt. Vader riep hem en had meteen zijn eerste pak rammel van een Duitser te pakken! In Kamp Amersfoort was mijn vader samen met Dirk ingedeeld bij het aardappelcommando. Samen maakten zij ook deel uit van de trein vol dwangarbeiders die op 20 april bij wijze van verjaardagscadeautje aan Hitler naar Duitsland reed. Net als Dirk kwam hij terecht in Dreierwalde op vliegveld Hopsten, waar heel veel buitenlandse dwangarbeiders onder slechte omstandigheden te werk gesteld waren.

Na de oorlog is becijferd dat er ruim 700 mensen zijn overleden aan de combinatie van ontoereikend voedsel en zware en langdurige lichamelijke arbeid. Bovendien stond het vliegveld, inclusief de accommodatie waar de arbeiders gevestigd waren, aanhoudend bloot aan Engelse bombardementen. De omstandigheden waren dusdanig slecht, dat meerdere dwangarbeiders zich vrijwillig voor het zogenaamde ‘Oost- leger’ meldden. Ze gingen dus in Duitse krijgsdienst. De motivering? ‘Dan krijgen we tenminste goed te eten!’

Mijn vader was een jongen van het platteland die zichzelf goed wist te redden. Hij kon een konijn of kip slachten, hij kon een koe melken, kortom, hij zat niet voor één gat gevangen. Als tijdens de Engelse bombardementen iedereen de schuilkelders indook, maakte mijn vader met wat kameraden gebruik van de verwarring en de duisternis en ging er vandoor om in de naburige omgeving te stropen en clandestien een paar koeien te melken. Zo wist hij zijn karige rantsoen aan te vullen.

Tijdens een van die bombardementen heeft hij definitief de benen genomen. Als boerenjongen kwam hij gemakkelijk aan de slag bij een Duitse boer in het dorpje Hopsten, vlakbij het kamp. Hij was heel welkom bij de familie Bröntz. August kon wel een goede knecht gebruiken, de meeste Duitse mannen lagen immers aan het front. Mijn vader heeft het er goed gehad en kreeg zelfs verkering met de dochter van de plaatselijke schoenmaker! Maar die relatie heeft geen stand gehouden.

Tegen het einde van de oorlog kreeg hij hevige difterie en belandde in een Duits ziekenhuis. Zo kwam het dat hij pas in oktober 1945, vijf maanden na de bevrijding in Erichem terugkeerde, waarna hij al snel aan het werk ging bij boer Sijtveld in Kapel-Avezaath. Daar heeft hij toen ook mijn moeder ontmoet.

Mijn vader heeft altijd veel verteld over zijn ervaringen. Als klein jongetje al spitste ik dan mijn oren. Toen hij in 1965 met mijn oudste broer naar Duitsland reisde om de familie Bröntz en de schoenmakersfamilie nog eens te ontmoeten, was ik haast niet te houden: Ik wilde ook zien waar hij geweest was! En zo gebeurde het dat ik in 1967, 17 jaar oud, op mijn brommertje die kant uit reed, met vijfendertig gulden op zak. Ik ben er hartelijk ontvangen en mocht bij de schoenmaker overnachten. En onderweg kocht ik voor één gulden de single ‘Keep on running’ van de Spencer David Group!

Wil je het verhaal bekijken op de fysieke locatie? Plan je route en beleef het verhaal in de Keuze Vrijheid buitenexpo Buren. Of bezoek een van de andere buitenexpo’s.