Kameraadschap heeft me op de been gehouden

Het verhaal van Henk Luypen - 91 jaar

“Ik vluchtte naar een nabijgelegen bos, waar ik van pure ellende, angst en eenzaamheid urenlang heb zitten huilen.”

Zoals zovelen van mijn generatie ben ik geboren en getogen in een kinderrijk gezin. Mijn ouders kregen er 7, vijf meisjes en twee jongens. Voor mijn vader was het hard zwoegen om al die monden te kunnen voeden. Mijn moeder was een kordate vrouw die ons als levensmotto ‘niet zeuren maar aanpakken!’ meegaf.

Omdat extra inkomsten in ons huishouden zeer welkom waren, moest ik na de lagere school werk zoeken. Ik vond dat bij een mandenmakerij. Het was eind 1942 toen ik op mijn fiets op weg was naar mijn werk, dat een buurvrouw, felle aanhangster van de NSB, haar vuist naar me opstak en riep dat ‘ze me wel zouden krijgen!’ Prompt ontving ik enkele dagen later een oproep om me in Tiel te komen melden voor tewerkstelling in Duitsland. Ik negeerde die brief, maar er volgde al snel een volgende, aanzienlijk dreigender van toon, waarin gesproken werd over represailles voor mijn familie wanneer ik me niet zou melden. Ik durfde toen niet langer te weigeren en na een zwaar afscheid reisde ik op 3 februari 1943 met de trein via Venlo naar Oberhausen, tezamen met enkele andere honderden toekomstige dwangarbeiders.

Henk tijdens de oorlog.

Ik werd tewerkgesteld bij ‘Hydrierwerke Scholven’ in het Ruhrgebied. Samen met honderden mannen, afkomstig uit Holland, België, Frankrijk, Italië, Polen en Rusland leefde ik in omheinde, bewaakte barakken. Het eten was slecht, het werk zwaar en de behandeling ruw. En ons leven liep permanent gevaar, want de geallieerden hadden het natuurlijk op de industrie in het Ruhrgebied voorzien. Er waren wel schuiltorens, maar die waren ‘Verboten für Ausländer’. De fabriek waar ik werkte, is heel zwaar getroffen door een bombardement dat haast een nacht duurde. De volgende dag moest ik met anderen de doden en zwaargewonden tussen het puin uit halen. Dat was een verschrikkelijke aanblik, ik werd er letterlijk ziek van.
Ik vluchtte naar een nabijgelegen bos, waar ik van pure ellende, angst en eenzaamheid urenlang heb zitten huilen.

Henk met kameraad Cor.

Gelukkig ontmoette ik in die tijd een Nederlandse jongen, Cor van Wegen, net als ik uit de omgeving van Nijmegen afkomstig. Cor was iets ouder en had meer levenservaring dan ik. Hij was een bekwaam vakman en stond op goede voet met de eigenaar van het timmerbedrijf waar hij te werk gesteld was. Op zijn voorspraak kreeg ook ik daar een onderkomen. Dankzij de vriendschap met Cor ben ik erdoor doorgekomen, ook toen we na het uitschakelen van de fabriek gedwongen werden om zwaar en gevaarlijk werk in een kolenmijn te verrichten, bijna 200 meter ondergronds.

Nadat de Amerikanen bij Remagen de Rijn overgestoken waren, belandden we midden in de vuurlinie. Cor en ik hebben toen onze schaarse bezittingen op het onderstel van een kinderwagen geladen die we tussen het puin vonden, en zijn lopend richting Nederland getrokken.

Het weerzien thuis was emotioneel, ze kenden me bijna niet meer terug, zo broodmager! Nog vele jaren later gebeurde het regelmatig dat mijn vrouw me ’s nachts wakker maakte, omdat ik in een nachtmerrie de bombardementen opnieuw beleefde en weer de vreselijke beelden zag van zwaar verminkte slachtoffers.

Cor en ik zijn vrienden voor het leven gebleven. In die zware tijd heeft zijn kameraadschap mij op de been gehouden.

Wil je meer verhalen bekijken op de fysieke locatie? Plan je route en beleef de verhalen in de Keuze Vrijheid buitenexpo in Wamel. Of bezoek een van de andere buitenexpo’s.