Ik hield een dagboek bij
Het verhaal van Dina Bodmer - 87 jaar
De oorlog begon voor ons pas écht in 1944. Mijn moeder kon niet lopen, al sinds mijn geboorte. Ze kon niet eens met mij in de kinderwagen naar haar moeder wandelen. Mijn ouders sliepen destijds in een slaapkamer beneden, omdat mijn moeder niet meer naar boven kon. In de loop van 1944 kwam er een SS’er, die mijn moeder beval het bed netjes op te schudden, want hij wilde daar slapen. Dat was een verschrikkelijke tijd. De SS’ers zaten in de woonkamer, en wij in de keuken. Ze hadden een zender en daar- mee zonden ze anderhalve dag uit. Langer was te gevaarlijk, want dan konden de Engelsen de zender peilen en zou er geschoten worden. Niet dat ik op dat moment besefte hoeveel risico we liepen, hoor.



In die tijd heb ik besloten om een aantal ervaringen op te schrijven in een schriftje. Een echt dagboek had ik niet. Het begon met de aanval door twee Engelse jagers op de schepen, die in Nederhemert hoopten in alle rust het einde van de oorlog af te kunnen wachten. Die aanvallen herhaalden zich in de dagen daarna. Er zijn meerdere schippers gewond geraakt. Ook veel dijkbewoners besloten veiligheidshalve hun huizen te verlaten en bij familie en kennissen in het dorp bescherming te zoeken.
In 1944 namen de Engelsen Heusden in. Wij hadden gehoopt dat ze verder zouden komen, maar de Maas lag ertussen. Wij kregen toen wéér inkwartiering van Duitse soldaten, maar dat was heel ander volk. Er waren aardige mannen onder. Ik weet nog dat ik onze geiten ging voeren en dat een van die jongens buiten stond te huilen. Hij was amper achttien. Hij kwam uit Oostenrijk en verlangde naar zijn moeder. Ik heb hem toen zo goed en zo kwaad als het ging een beetje getroost. Één van die mannen zat ook met een zender aan de keukentafel. Hij had de vuurleiding van het grote geschuts- stuk dat twee huizen achter het onze stond. Wij hadden toen nog geen ervaring met vallende granaten, hoewel ze met hun klagend gehuil ons al dagen lang de rug deden intrekken.
Op die dag hebben de Engelsen vanuit Heusden meer dan tachtig granaten op ons huis afgevuurd, die allemaal achter ons huis terechtgekomen zijn. Mijn moeder en ik zaten in de kelder, mijn vader stond achter het huis. Het huis is niet een keer geraakt, we zijn wonderlijk bewaard.
Ik heb mijn dagboek afgesloten met een vers uit het mooie vaderlandse lied ‘Kent gij het land, der zee ontrukt’:
O Nederland, gezegend land,
klein stipje op de wereldkaart.
Behoed’ u steeds des Heeren hand
en blijf der vad’ren voorbeeld waard.
Meer verhalen vind je in de zes Keuze Vrijheid Buitenexposities in Bemmel, Elst, Ommeren, Opheusden, Tiel en Wamel. Kijk bij ‘Keuzevrijheid verhalen’ in het menu.