Eenentwintig evacuees in een arbeiderswoninkje!
Het verhaal van Dina Steenis - 84 jaar

Van de eerste oorlogsdagen herinner ik me alleen nog de smaak van de biscuits die de Nederlandse militairen uitdeelden toen ze vertrokken. Ze lieten hun materieel bij het Amsterdam Rijnkanaal achter toen ze moesten terugtrekken en hebben alles onder water gezet. Maar de droge biscuits deelden ze in Zoelen uit.
Na de capitulatie hervatte voor ons het leven z’n normale gang. Toch was er iets veranderd: Ik moest Duits leren op school! En af en toe moesten we via de telefoon een soort mondelinge toets afleggen! Kennelijk controleerde een Duitser aan de andere kant van de lijn of we wel serieuze vorderingen maakten. Ik weet nog dat ik via de telefoon in het Duits tot tien moest tellen: ‘ein, zwei, drei, vier, fünf…’
Pas in het najaar 1944 kwam de oorlog dichterbij. De Engelsen zaten toen aan de overkant van de Waal en beschoten van daaruit de Duitsers in Tiel. Van tijd tot tijd kwamen de projectielen ook in Zoelen neer. Mijn moeder en ik hebben een keer in een droge sloot moeten duiken, met ons kistje met jam, dat gelukkig heel bleef!
In oktober 1944 kregen we evacuees uit Kesteren, allemaal familieleden van mijn moeder met hun gezinnen. In totaal 21 mensen. Dat was veel, in ons kleine huisje, waarin we zelf al met z’n achten woonden. De kinderen sliepen allemaal op de grote zolder, beneden waren twee bedstedes, daar lagen de zieken, want er heerste difterie onder ons dak. De rest sliep in het achterhuis. Omdat mijn vader zelf groenten verbouwde en we een varken hadden geslacht, kwamen we geen voedsel te kort. Maar het varken was dat jaar wel snel op!

De familie uit Kesteren was streng gelovig. In Zoelen waren we wat losser. Als kinderen zeiden we bijvoorbeeld wel eens tegen elkaar: ‘Ik zal je op je donder slaan!’ Toen opoe uit Kesteren dat hoorde, was ze hevig geschokt en zei: ‘Keind, keind, dat mag je toch niet zeggen!’ Maar ik wist niet eens wat ik niet mocht zeggen! De neefjes en nichtjes uit Kesteren vonden het trouwens wel mooi, al die verboden woorden die ze van ons leerden…
De familie is van oktober tot enkele weken na de bevrijding bij ons gebleven, want ze konden niet meer in hun huizen terecht. Kesteren was zwaar verwoest door de oorlogshandelingen. Ondanks dat we al die tijd met zovelen onder één dak moesten wonen, is de sfeer goed gebleven. Er viel wel eens een woord, maar dan trad er altijd wel één van de tantes verzoenend op. Toen de Canadezen met hun tanks in Zoelen kwamen, ben ik als 14-jarig meisje nog bij hen om sigaretten gaan bedelen. Niet voor mezelf hoor, ik wilde mijn vader blij maken! Maar de soldaten zeiden: chocola kun je krijgen, voor sigaretten ben je nog te jong!
Wil je het verhaal bekijken op de fysieke locatie? Plan je route en beleef het verhaal in de Keuze Vrijheid buitenexpo Buren. Of bezoek een van de andere buitenexpo’s.