Een schop onder mijn kont van Kotälla
Het verhaal van Dirk van Kuijlenborg - 93 jaar

Voetballen was mijn grote hobby! Ik heb in Geldermalsen bij GVV gespeeld en later in Buren. Na de oorlog heb ik gelukkig mijn favoriete sport weer kunnen oppakken. Maar dat had heel anders kunnen aflopen!
Aanvankelijk merkten we in Erichem weinig van de oorlog. Duitsers zag je er maar zelden en het leven hervond voor ons weldra zijn gebruikelijke gang. Ik werkte bij een fruit- teler, Gerdinus Moree, aan de Erichemseweg. In maart 1943 moest ik voor hem met de trein naar Amsterdam. Hoewel ik toen al ruim de leeftijd had om voor gedwongen arbeid in Duitsland in aanmerking te komen, vertrouwde ik op mijn papieren. Daarin stond immers dat ik in de landbouw werkzaam was, dus onmisbaar voor de voedselproductie in ons land. Maar toen uitgerekend die dag de Duitsers een razzia in de trein hielden, hielp die verklaring me niet!
Ik werd in Amsterdam een paar dagen in de cel gezet en vervolgens afgevoerd naar het Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort, waar de beruchte Joseph Kotälla een van de hoofdbewakers was. Ik heb van hem ook wel eens een harde schop onder mijn kont gehad. Er werd in Kamp Amersfoort veel geschopt en geknuppeld! Gelukkig kwam ik al op de eerste dag, nadat we via de zogenaamde rozentuin het kamp binnen gevoerd waren, een bekende uit de Betuwe tegen, Adje de Heus, die in diezelfde tijd bij een razzia in Tiel was opgepakt. Samen zijn we ook op 20 april, de verjaardag van de ‘geliefde Führer’, op transport naar Duitsland gezet. Ik was blij dat ik uit Kamp Amersfoort weg was! Ik heb er weinig anders gedaan dan wachten, afgezien van de paar dagen dat ik bij het zogenaamde aardappelcommando werd ingezet. Dan mochten we, onder gewapende begeleiding, op een naburige akker aardappels in zakken doen.

Eenmaal in Duitsland werden we in Dreierwalde, in het Tecklenburgerland, achter prikkeldraad gezet. Bij Dreierwalde lag ‘Fliegerhorst Hopsten’, waar een squadron Duitse jachtvliegtuigen gelegerd was. Dat vliegveld werd nachts regelmatig door de geallieerden gebombardeerd.Als dwangarbeiders moesten wij overdag de gaten in de start-en landingsbaan weer dichten zodat het vliegveld bruikbaar bleef voor de Duitsers. Bij één van die bombar- dementen is Ad de Heus er in alle consternatie tussenuit geknepen en heeft in de nabije omgeving zijn toevlucht gezocht bij een boerenfamilie, waar hij als knecht de rest van de oorlog heeft uitgediend. Hij is mij zelfs op een goede dag nog een kip komen brengen, gewoon door het gaas van het hek. De bewakers lieten hem begaan, ze dachten dat hij een Duitser was. Gek als het klinkt, maar aan die nachtelijke bombardementen raakte ik gewend, al was het voor ons als dwangarbeiders bepaald niet ongevaarlijk, want we moesten maar zien dat we de bunkers op tijd bereikten.
Ons bestaan kenmerkte zich door heel hard werken, een vrije zaterdag of zondag kenden we niet, en het eten was zeer karig, vooral koolsoep, soms een sneetje brood. Gelukkig heb ik het zonder fysieke en mentale schade weten vol te houden. Toen de oorlog voorbij was, zijn we door de geallieerden met vrachtwagens opgehaald. Ik ben met een kameraad, Jan Geerts uit Oosterhout, meegegaan en heb daar nog een paar weken doorgebracht voor ik weer terug naar Erichem reisde. Dankbaar dat ik weer vrij was! En dat ik weer kon voetballen!
Wil je het verhaal bekijken op de fysieke locatie? Plan je route en beleef het verhaal in de Keuze Vrijheid buitenexpo in Ommeren. Of bezoek een van de andere buitenexpo’s.