Buitenexpo Neder-Betuwe

De regio speelt een strategische rol met de Betuwestelling, waar Linie de Spees onderdeel van is. Dit leidt tot evacuaties, militaire aanwezigheid en uiteindelijk intense gevechten.
Burgers worden geconfronteerd met evacuatie, onderdrukking en deportatie. Er zijn werkkampen, verzetsactiviteiten en de regio wordt het toneel van neerstortende vliegtuigen.
Na de Slag om Arnhem in september 1944 wordt de Neder-Betuwe zeven maanden frontgebied. Het front loopt dwars door Opheusden en Dodewaard, waar geallieerde en Duitse troepen elkaar bevechten. De strijd dwingt duizenden inwoners tot evacuatie, terwijl beschietingen de dorpen teisteren. In april 1945 brengt de Belgische Brigade Piron uiteindelijk de bevrijding.

“We mogen met de bus!”, riepen Betty en Ietje Frank opgewonden tegen Corrie Vink, hun werkster. Ze wisten niet dat deze busrit hen naar Kamp Vught zou brengen.

“Ik rende naar de vuurzee toe en zag de piloot uit het toestel komen strompelen, zijn borst en armen stonden in brand”, vertelt Geurt de Wit uit Opheusden.

In april 1945 worden soldaten van de Belgische Brigade Piron ingezet aan het front in de Betuwe. Op 17 april voeren ze een aanval uit op de Duitse linies. Het 3e bataljon van de brigade gaat de strijd aan bij Opheusden, het 1ste bataljon bij Ochten.

“Ik heb alles over mijn vader zelf moeten ontdekken. Het woord gefusilleerd snapte ik niet. Het heeft me jaren gekost voordat ik alle puzzelstukjes in elkaar kon passen.”

“We zaten vijf dagen op dat schip, met alleen een emmer als WC en nauwelijks eten. Maar het ergste was niet weten of we ooit nog terug zouden komen.”

In 1941 verrijst tussen Ochten en Kesteren een kamp dat een donkere geschiedenis zou kennen. Vanaf augustus 1942 wordt het de bestemming van ruim honderd Joodse dwangarbeiders.