Je leeft nog, dat is het belangrijkste!
Het verhaal van Leny Bax - 85 jaar

Mijn vader was brugwachter. Kort voor de oorlog woonden wij naast de brug van Raamsdonkveer. Dicht bij de brug was een kazerne, waar in 1939 tijdens de mobilisatie veel Hollandse soldaten gelegerd waren. Dat was een leuke tijd, die jongens trokken me op een sleetje door de sneeuw. Vlak voor de oorlog begon werd de brug door de Nederlandse militairen met springstoffen geladen, om hem in geval van een Duitse aanval te kunnen opblazen. Ik weet nog dat op 9 mei heel veel Nederlandse soldaten over de brug kwamen. Ze waren moe en dorstig en hadden kennelijk een lange voettocht achter de rug. Mijn zusje en ik hebben de hele avond water staan schenken. Tegen mijn moeder zeiden ze: ‘U kunt het beste wat koffers pakken. Als u morgenvroeg hoort schieten, gaat de brug de lucht in, dan moet u zorgen dat u uw huis uit bent!’ De dag daarop stonden we om vijf voor zes buiten en om zes uur was de brug kapot! Ik was toen elf jaar, dus ik weet het nog heel goed. Ook de brug bij Heusden was geladen en terwijl wij daar op de dijk stonden, zagen we die ook gaan! Ik zie het nog voor me, die vlammen!


Daarna hervatte het leven min of meer zijn gewone loop. Ik herinner me nog dat er een Engels jachtvliegtuig werd neergehaald. De piloot wist zich met zijn parachute te redden. Hij werd opgepakt en naar het politiebureau gebracht. Wij zagen het gebeuren terwijl we op weg naar school in Heusden waren. Toen zijn we onmiddellijk naar het politiebureau gegaan, want we wilden wel eens zo’n Engelse vlieger van dichtbij zien. Dus we kwamen veel te laat op school en moesten nablijven!
Op de eerste zondag in oktober 1944 was ik met mijn vader en mijn zus Rens naar de kerk. Moeder en mijn broer Anton waren thuisgebleven. Toen wij terugkwamen, vertelden ze dat ze gezien hadden hoe een Engels vlieg- tuig een schip had beschoten. Mijn moeder zei: ‘We hebben boven voor het raam staan kijken. Het was geweldig!’ Maar de volgende dag was het niet meer zo geweldig, die Engelsen kwamen drie keer terug.
Later was er ook de angst voor de Duitse V1’s. Die konden zomaar ontploffen en onverwacht neerkomen. We moesten evacueren. Omdat mijn vader als brugwachter bij Rijkswaterstaat werkte en onmisbaar was, kon hij voor elkaar krijgen dat we in het gebied mochten blijven. Wij zijn met onze hand- kar met spullen in Zuilichem beland. Daar leefden we met drie gezinnen, 14 personen, in het Watergemaal.
Van de bevrijding weet ik nog hoe we uit Zuilichem door het Sterrebos naar Nederhemert reden. Het was heel mooi weer en we mochten terug naar huis. Ik voelde me heel blij. Ons huis bij de brug was helemaal kapot. Maar je leeft nog en dat is het belangrijkste!
Meer verhalen vind je in de zes Keuze Vrijheid Buitenexposities in Bemmel, Elst, Ommeren, Opheusden, Tiel en Wamel. Kijk bij ‘Keuzevrijheid verhalen’ in het menu.