Ik zal nooit etensresten in de kliko gooien

Het verhaal van Jan Pieter Vos - 88 jaar

‘Ik heb heel wat granaat- en kogelhulzen verzameld in die tijd. Na de oorlog maakte ik er vazen en asbakken van’
Aankondiging evacuatie

Mijn wieg stond in Nederhemert. Ik ging naar school in Den Bosch, ik ging uit vrijen in Lexmond, ben getrouwd in Berlicum en woon sinds 1972 weer in mijn ouderlijk huis in Nederhemert. Van de meidagen in 1940 herinner ik me vooral de Messerschmittts die laag over de Maas scheerden. Maar verder verliep de overgang naar de bezetting tamelijk geruisloos. Voor de mensen hier begon de echte oorlog pas in september 1944. Vóór die tijd heb ik in ons dorp nooit Duitse soldaten gezien. Die kwamen we alleen in Den Bosch tegen, waar ik op de ambachtsschool zat. Wij hoorden niet over Westerbork, over razzia’s op Joden. Ik wist dat er een aardappelhandelaar bij ons op het dorp aardappelen in Vught leverde, maar dat daar een kamp was waar mensen gevangen zaten … Je wist niets. De kranten en de radio waren in Duitse handen, en het enige dat je dus te weten kwam was dat de Duitsers altijd en overal wonnen.

We konden in de laatste oorlogsmaanden niet aan de Maas blijven wonen. Het was te gevaarlijk, er werd veel geschoten door de Engelsen, die mikten op de boten. Spitfires waren dat. Het gebeurde soms wel drie, vier keer op een dag. Er is ook wel eens een Engels toestel neergehaald. Zo’n Lancaster bommenwerper die op weg naar Duitsland was en zijn lading dus nog bij zich had. Wij sliepen op zolder. Ineens was er dat enorme licht en die knallen! Dat toestel was met bommen en al ontploft en door de luchtdruk waren tot ver in de omgeving de pannen van het dak geblazen. De bemanning heeft het niet overleefd. Twee lichamen zijn er geborgen. Van de rest is niets teruggevonden, maar zogenaamd zijn ze hier alle acht begraven. Als jongens gingen we de volgende dag natuurlijk op zoek naar restanten van dat vliegtuig. Oorlogstrofeeën. Ik heb heel wat granaat- en kogelhulzen verzameld in die tijd. Na de oorlog maakte ik er vazen en asbakken van.

‘En omdat ik zelf in die laatste oorlogsmaanden wel acht keer heb moeten verhuizen, raakt het me heel diep als ik op TV mensen op de vlucht zie’

Van de Duitsers die in het najaar van 1944 bij ons in het dorp kwamen, leerde ik aan het geluid van een granaat te bepalen of ik direct gevaar liep of niet. Hoorde je ‘m fluiten, dan wist je dat hij langs en over je heen ging. Maar als je ‘m hoorde sissen, moest je als de bliksem plat op de grond gaan liggen, want dan zat ‘ie in jouw richting! Maar bang ben ik nooit echt geweest. Je leert ermee omgaan, je groeit van lieverlee in de situatie. En je wist: er komt een einde aan. Van de oorlog heb ik overgehouden, dat ik nooit etensresten in de kliko zal gooien. En omdat ik zelf in die laatste oorlogsmaanden wel acht keer heb moeten verhuizen, raakt het me heel diep als ik op TV mensen op de vlucht zie.

Meer verhalen vind je in de zes Keuze Vrijheid Buitenexposities in Bemmel, Elst, Ommeren, Opheusden, Tiel en Wamel. Kijk bij ‘Keuzevrijheid verhalen’ in het menu.