Hoe de belevenissen van een onderduiker zijn leven bepaalden
Interview met Kees Schröer over zijn vader Johan Schröer
Johan Schröer was in het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog een onderduiker en gevangene van de Duitsers. Hij maakte veel heftige dingen mee. Johan schreef vijftig jaar na de oorlog zijn herinneringen op. Johan Schröer wordt geboren in Tiel in 1924. In het begin van de Tweede Wereldoorlog komt hij te werken bij de Nederlandse Spoorweg. Hierdoor wordt hij tot 1944 uitgesloten van de verplichte Arbeitseinsatz, die vanaf 1942 vele mannen in Duitsland te werk stelt. Maar uiteindelijk moet ook het personeel van de spoorwegen dwangarbeid uitvoeren. Om hieraan te ontkomen besluit Johan om onder te duiken en een halfjaar later te proberen naar het vrije gebied van Nederland te vluchten.

Op 22 oktober probeert Johan samen met onderduiker Arie van Bronkhorst de Waal over te steken naar bevrijd gebied. Ze hebben die dag geen geluk. Aan het begin van de avond lopen ze nazi’s tegen het lijf en worden opgepakt. De Duitsers nemen hen mee naar een kelder en de rest van de avond worden ze verhoord en mishandeld. De verhoorders slaan net zo lang door tot er antwoorden komen die hen geloofwaardig lijken. “Na een van de klappen op mijn wang geeft een van hun omstanders de ondervrager de legerrozenkrans, die ze bij het fouilleren bij mij hebben gevonden. ‘Aha’, roept de ondervrager ‘Ein Christ! Wat tut ein guter Christ?’ Ik toon hem mijn andere wang. “Hij wordt gloeiend nijdig en deelt me nog twee rake klappen uit,” schrijft Johan. Ze maken de keuze om zich ondanks de mishandelingen sterk te houden en niets te vertellen van de weinige informatie die ze hebben. Vier avonden en nachten moeten zij de afranseling doorstaan. Er is geen fatsoenlijk toilet en pas op de vijfde dag krijgen Johan en Arie wat te eten. Na de paar dagen in de kelder worden zij verplaatst naar verschillende politiecellen en gevangenissen.

Op 4 november, bijna twee weken nadat Johan werd opgepakt, worden ze met een groep gevangenen naar het Juvenaat in Zevenaar overgebracht. In Zevenaar moeten Johan en de andere gevangenen verplicht werken voor de Duitsers. Een paar weken later komen er steeds meer nieuwe gevangenen bij en er moet ruimte komen in het Juvenaat. Johan en vele anderen moeten in de buurt blijven werken, maar worden niet meer direct bewaakt door de SS’ers. “Hun ellende wordt onze redding”, schrijft Johan. Ze beseffen dat hier een grote kans ligt om te ontsnappen aan de dwangarbeid van de Duitsers. Binnen enkele dagen is voor iedereen in de groep een vluchtweg gevonden. Via een kennis van een medegevangene weet Johan een vervalste Ausweis te bemachtigen waarmee hij naar Utrecht kan reizen. Via deze weg ontsnapt Johan en na een lange tocht richting Utrecht en het rivierengebied blijft hij ondergedoken tot de bevrijding.
Johan leerde door zijn ervaringen dat de bekende scheidslijn tussen goede Nederlanders en slechte Duitsers niet juist was. “Wat mij ook bijgebleven is, is dat hij door zo’n Gestapo-officier werd ondervraagd en dat die man zich heel formeel en correct gedroeg, terwijl een Nederlandse secretaresse hem de huid vol schold,” zegt zijn zoon Kees. Aan het eind van de oorlog zat Johan ook in Nederland ondergedoken bij een Duitse vrouw, die juist antinazi was. De grens tussen goed en fout ligt hier niet tussen Nederlanders en Duitsers, maar is afhankelijk van hoe een persoon kiest zich te gedragen, behandel je iemand met respect of juist niet?
Interview met Kees Schröer over zijn vader Johan Schröer
Door: Hidde Meenhorst en Jelle Vogelsang
Wil je het verhaal bekijken op de fysieke locatie? Plan je route en beleef het verhaal in de Keuze Vrijheid buitenexpo Tiel. Of bezoek een van de andere buitenexpo’s.